Peru: het begin van het einde van onze reis
30 maart 2013 - Huanchaco, Peru
Het einde is in zicht, maar laat ik beginnen bij waar we gebleven waren.
Voor we op reis gingen, dacht ik: Zuid Amerika, daar schijnt toch altijd de zon? Maar na verloop van tijd kwamen we tot de ontdekking dat sommige delen beter te bereizen zijn in de winter en andere gebieden in de zomer. Dit zorgde ervoor dat we wat keuzes moesten maken. Zo is het in de maanden dat wij in Bolivia en Peru zijn geen pretje om naar het Amazonegebied te gaan: extreme hitte, enorme vochtigheid en een duizelingwekkende hoeveelheid aan insecten (ook te zien aan de gevlekte armen en benen van extranjeros (buitenlanders) die blijkbaar wel een tochtje die kant op hadden gemaakt). Dus besloten we dit nu over te slaan en de jungle tijdens een volgend reisje eens te bezoeken. Dat zorgde er aan de andere kant natuurlijk wel weer voor dat we meer tijd hadden om andere dingen te doen…
De eerste dag dat we in Peru waren, brachten we vanaf Puno een bezoek aan de Uros-eilanden, ook wel Islas Flotantes (drijvende eilanden) genoemd. Dit zijn kunstmatige eilanden gelegen in het Titicacameer gemaakt van riet. Oorspronkelijk werden ze gemaakt door uros-indianen om de Inca’s die op het vaste land leefden te ontvluchten. Er zijn ongeveer 40 van deze eilanden, waarop nog zo’n 3000 nakomelingen van de Uros wonen. Ze leven vooral van visvangst, maar ook het riet waar ze op en in wonen is geschikt om te eten (vinden zij). Het was een bijzonder tochtje en we konden het niet over ons hart verkrijgen om niet één van de dure kleedjes van Maria te kopen (Maria was de presidente van één van de twee eilanden die we bezochten).
Een bezoekje aan ruïnes is in Peru niet te vermijden. Op weg naar de eerste, Sillustani, kwamen we langs de ’hospedaje’ van een familie. Ze hadden tegen hun eigen woninkje van adobe aan een klein, schattig huisje voor gasten gemaakt. Een jongetje uit de buurt, Nelson, had ons al snel gespot, na hele gesprekken en de eerste uitgedeelde toffee volgde al gauw het volgende kindje, Elvis. Toch leuk dat we wat kunnen kletsen in het Spaans! Ze bleven lang hangen bij de auto en ook de volgende ochtend hadden ze gauw in de gaten dat we weer aanwezig waren. Hun verbazing over het niet hebben van een alarm in de auto en enige verhalen die we van andere reizigers hadden gehoord, zorgde er voor dat het regelen van een alarm ons eerst volgende doel werd. Arequipa was daar een geschikte plaats voor, waar we enkele dagen verbleven, een prachtige stad!
Een grappige bijkomstigheid van dit seizoen is de mist die je op veel plaatsen ziet. Zo stonden we vroeg op om veel condors te kunnen zien vanaf het hoogste uitkijkpunt in de Colca cañon, maar bij het uitkijkpunt aangekomen konden we nog geen 5 meter ver kijken. Uiteindelijk hebben we verderop nog wel wat van de enorme kloof kunnen zien en hoog in de lucht nog wel wat condors zien zweven, “fiew, gelukkig!” Aangezien we wat meer tijd hadden konden we de zoektocht van twee Duitse Argentijnen naar een incabrug ook af maken. We reden via ‘tres cañones’ (drie kloven die bij elkaar komen) naar Yanaoca, wat in de buurt van de brug moest zijn. Onderweg kwamen we een groep Peruanen tegen die dolgraag met ons op de foto wilden. Toen we zeiden dat wij weer verder gingen, werd mij nog een baby in de handen gedrukt en moesten Richard en ik samen met die baby op de foto. Geen idee waarom, als buitenlander wil je toch juist graag Peruanen op de foto hebben? Maar wij waren toen dus ook even gewilde fotografeerobjecten. De incabrug Q’eswachaca vonden we na veel vragen. Ieder jaar wordt de brug vernieuwd en gaan de omliggende gehuchtjes (comunidades) drie dagen lang met elkaar een soort gedroogd gras in elkaar draaien tot touwen die ze aan elkaar knopen. En die traditie wordt al zeker vijf eeuwen in ere gehouden!
Na Q’eswachaca reden we door naar Cuzco, ook een schitterende stad! Vanuit hier regelden we ons tripje met de trein naar Machu Picchu. Eerst kom je met de trein aan in Aguas Calientes, een mooi tussen de gekke hoge en ronde bergjes gelegen subtropisch dorpje. Vanuit daar kun je lopend of met de bus naar Machu Picchu, een oud incadorp, dé bekende trekpleister van Peru. Om 6 uur ’s ochtends stonden we voor de ingang van het dorp, want je weet nooit of je nog een mooie zonsopgang kan zien, maar ook hier: mist. Gelukkig loste deze na enkele uren op en hebben we toch nog mooie uitzichten gehad. Na acht uren te hebben rond gehobbeld gingen we weer terug naar Ollantaytambo, waar we de auto hadden staan. Helaas is Machu Picchu een enorm uitbuitende toestand en stampen de duizenden mensen die elke dag een bezoek brengen aan het dorpje langzaam de boel kapot, maar goed, zeker iets wat heel bijzonder is om gezien te hebben.
Nazca stond vervolgens op ons programma. We dachten over die iets meer dan 600 km ongeveer een dag te rijden, nou maak daar maar 15 uur van. We brachten een bezoek aan de pampa’s (vlakten) met de nazcalijnen. Hoe is het mogelijk dat dergelijke lijnen, die 1400 tot 2200 jaar geleden in het zand zijn aangebracht, nog steeds zichtbaar zijn? Tja, ze hebben wel gewoon de Panamericana midden door een tekening gelegd en je ziet hier en daar wat bandensporen die de boel een beetje hebben vernield, maar heel veel is nog goed te zien. Het zijn dus hele grote figuren (dieren en geometrische vormen) en lijnen, waarvan vele (waarschijnlijk) een betekenis hadden. Als je over de weg rijdt, zie je niets, maar vanaf een 12 meter hoge uitkijktoren zijn ineens twee figuren te zien. Hoe heeft de bevolking die perfecte figuren kunnen maken? Hoe konden ze zien dat ze de lijn de goede kant op zetten? ¡Muy especial!
Na Nazca zijn we in een aardig rap tempotje Lima voorbij getuft en gestrand aan het strand van Huanchaco, waar eindelijk de surfplanken uit hun hoesje konden en we de tijd hebben genomen om te chillen voor we teruggaan naar het gehaaste, maar oh zo goed en fijn geregelde Nederland…
geniet er nog van!!
de buuf :-)
Wat hebben jullie weer een boeiend reisverhaal geschreven en bijzonder mooie foto's gemaakt. Ik heb van alle verhalen met volle teugen genoten. Bedankt dat ik hier ook van heb mogen genieten. Wat dat betreft jammer dat het de laatste was.
Geniet nog even van jullie reis en een hele goed reis huiswaarts toegewenst.
Groetjes en liefs Tiny.
liefs Wim en Marien
Fijn dat we weer een bericht van jullie mochten ontvangen. Wat zul je veel te vertellen hebben, als je weer thuis bent. Geniet nog maar lekker van de paar resterende dagen. Goede vlucht terug; toi .toi. toi!
Dikke kus, Hein en Janny
Gisteren zat ik met m'n dochter over Peru te praten, omdat zij daar ook heel wil. Toen vond ik er nog geen foto's van in jullie verslag. Nu heb ik het maar even aar haar doorgezet. Je maakt weer van alles mee. Nu nog lekker even surfen en dan...
Geniet er nog maar even van. Groetjes van Anneke
Na al deze geuren uit verre verten via jullie te hebben opgesnoven, begon ik me - vanwege het eind van de reis - ineens af te vragen of jullie met deze halve wereld in je bagage nog wel in Ruinerwold of Nederland passen? Ik wacht het met spanning af!
Hartelijke groeten en geniet tot het laatst,
Henk.